De Kamer van Hoge Nood

Winter glimlachte naar hem. "Je hoeft niks te doen, het is al leuk genoeg om je te kennen." zei ze kalm.

Gabe glimlachte en pakte zijn boek weer, hij ging zich er maar neit mee bemoeien.

Winter keek even dankbaar naar Gabe en ze keek weer naar de vlammen. Er was een hoop waar ze over na moest denken.

Gabe las in zijn boek, hij had werkelijk niks door van alles wat er gebeure onder andere met de slang.

Winter zuchtte en haalde uiteindelijk een lesboek uit haar tas en begon daar in te bladeren in de hoop nieuwe kennis en inzichten op te doen.

Gabe keek op, hij had eigenlijk nog nooit meegemaakt dat iemand in de kamer van hoge noot kwam terwijl daar al iemand was...

Winter bladerde zonder dat echt op te merken door het boek heen.

Gabe keek naar Winter. 'Iedereen is onrustig.' merkte hij op, er gebeurde iets op zweinstein maar hij wist niet wat.

Winter keek hem aan en ze knikte. "Ja.. de sfeer op school is erg onrustig." beaamde ze. "Maar dat is logisch natuurlijk.."

'Hoezo?' vroeg Gabe verbaasd.

"Je weet het niet.." zei Winter verbaast en ze keek hem aan. "Iemand heeft de basilisk los gelaten.." zei ze toen zacht. "Tenminste, dat zijn de geruchten, ook al is er nog geen aanval geweest."

Gabe's blik verstarde. 'Wat zeg je?' vroeg hij fluisterend.

Winter keek hem aan. "Ik denk dat je me verstaan hebt." zei ze zacht.

Gabe plofte in de dichtsbijzijnde stoel neer. 'Dan is het gedaan met de school.' zei hij met een holle stem.

"Niet als er een stokje voor gestoken wordt." zei Winter zacht en ze keek hem aan. "Maak je maar geen zorgen, die dader is er geweest, wie het dan ook is.."

Gabe keek haar aan. 'Als dat al mocht lukken, hoeveel slachtoffers moeten er dan eerst vallen?'

Winter beet op haar lip. "Zo weinig mogelijk." zei ze zacht. "Maar ieder zal er alles aan doen om de dader te pakken te krijgen.." ze hadden zelfs al een spoor.

Gabe keek haar aan. 'Hoe moet je nou weten wie het is? Bij wie moet je beginnen!' zei hij. "Ik heb nog helemaal niks van de docenten gehoord over enig onderzoek.'

Winter keek hem aan. "De leerlingen van Zwadderich zijn een goed begin denk ik zo." zei ze naar de waarheid.

Gabe keek haar aan. 'Zo moet je niet denken..' zei hij, een echte Huffelpufgozer. Maar zo leek Winter hem ook niet. 'Of weet jij meer dan ik?'

Winter keek hem aan en knikte langzaam. "Ja, ik weet meet dan jij." zei ze toen.

'Dus jij verdenkt de zwadderaars, of ook echt een specifiek iemand?'

Winter keek hem aan. "We verdenken 2 iemanden." zei ze toen. "Twee iemanden er alles aan doen om mij en mijn vrienden zwart te maken."

Gabe fronste. 'Die broer van die vriend van jou?' gokte hij.

Winter knikte. "Daar heb ik al enkele problemen mee gehad dit jaar.. En er is nog iemand, dan kan je denk ik ook wel raden wie dat is."